Wanneer je een idee van een klant moet omzetten in een vector sta je soms voor een uitdaging. “Vectoriseren” in Illustrator levert meestal niet het gewenste resultaat op. Je zult het aangeleverde voorbeeld dan met de hand moeten kunnen bouwen. In deze oefening ga je dit doen.
Een patroon is simpelweg een tekening die zich herhaalt in verticale en horizontale richting. Patronen komen veel voor, denk maar aan behang, gordijnen, kleding, etc. Maar ook achtergronden voor websites en apps. Je kunt in Illustrator een patroon aanmaken en dit als vulkleur in je shapes gebruiken.
Symbols kun je opvatten als ’tekeningetjes’ waarvan je er meerdere gebruikt in een illustratie. Bijvoorbeeld icoontjes op een kaart. Of belletjes in een glas. Illustrator heeft een aantal handige tools om hiermee te werken.
IntroOefening 1Oefening 2Oefening 3Theorie
Symbols Panel
Open het Symbol Panel via Window > Symbols. Via de knop links onderin vind je een lijstje met presets (libraries).
Je kunt een symbool zelf maken door een object in het panel te slepen. Je kunt vervolgens via het contextmenu je eigen library opslaan via Save Symbol Library.
Illustrator biedt een aantal tools om met symbolen te werken. Dit zijn de volgende:
Symbol Sprayer Tool: Dit gereedschap wordt gebruikt om meerdere exemplaren van een symbool op je kunstwerk te spuiten. Je kunt de dichtheid en grootte van de gespoten symbolen aanpassen.
Symbol Shifter Tool: Met dit gereedschap kun je symbolen binnen je kunstwerk verplaatsen.
Symbol Scruncher Tool: Hiermee kun je symbolen in elkaar drukken of uitrekken.
Symbol Sizer Tool: Dit gereedschap wordt gebruikt om de grootte van symbolen aan te passen.
Symbol Spinner Tool: Hiermee kun je symbolen roteren.
Symbol Stainer Tool: Dit gereedschap wordt gebruikt om de kleur van symbolen aan te passen.
Symbol Screener Tool: Met dit gereedschap kun je de opaciteit van symbolen aanpassen.
Symbol Styler Tool: Hiermee kun je grafische stijlen toepassen op symbolen.
Maak van de bubbel een symbool door deze in het paneel “Symbols” te slepen (en klik OK om de standaard instelling te gebruiken).
Open het contextmenu in het paneel Symbols en kies Edit Symbol.
Selecteer alle objecten in de bubbel en maak deze kleiner (ongeveer 40×40 px).
Klik linksboven op de pijl terug om het bewerken van de bubbel te verlaten.
Kies de Symbol Sprayer Tool (zie je deze niet? Kies Window > Toolbars > Advanced) en spray bubbels op het water in het glas.
Let er op dat je binnen het glas blijft en dat bubbels niet boven het water komen.
Je kunt met Alt/Option ingedrukt ‘gummen’.
Onder de Symbol Sprayer Tool vind je nog meer tools. Kies de Symbol Sizer Tool en maak variatie in de grootte van de bubbels (Alt/Option maakt ze kleiner).
TIP: Je kunt de Symbol Set veranderen in individuele objecten via Object > Expand. Zo kun je bijvoorbeeld individuele bubbels verplaatsen of bewerken.
Maak de onderstaande gezichtsbeharing na met behulp van symbols. Let op: het resultaat moet er goed uitzien, er mogen geen haren op vreemde plekken zitten en ze moeten in de juiste richting staan.
Voorbeeld
Verschillende tinten in de haren van de wenkbrauw
Open het contextmenu van het paneel Symbols en kies Open Symbol Library > Hair and Fur.
Kies in dit paneel het eerste symbool (Brown Hair 1) en teken met de Symbol spray brush een flinke hoeveelheid haar bij de wenkbrauw aan de rechterzijde.
Gebruik de Symbol Scruncher en Symbol Move Tool om de haren op een hoopje te krijgen.
Gebruik de Symbol Spinner Tool om de haren in de groeirichting te krijgen. Let op: dit is niet zo intuïtief; je moet niet met de groeirichting mee “kammen”, maar 90 graden zijwaarts op de groeirichting. Je moet ook meerdere malen over dezelfde plek gaan om de haren volledig in de juiste richting te krijgen.
Wanneer je de wenkbrauw helemaal goed hebt, dan kopieer je deze naar de linkerkant en gebruik je Object > Transform > Reflect om deze te spiegelen.
Gebruik nu de Symbol Stainer Tool om de haren verschillende tinten te geven.
Teken een stoppelbaard in een nieuwe Symbol Set. Zet ook hier de haren in de groeirichting.
Maak de stoppels van zijn snor iets kleiner met de Symbol Sizer Tool.
Bij deze laatste oefening ga je een illustratie van een festival terrein afmaken door slim gebruik te maken van symbolen. Ontwerp graphics en iconen voor de volgende elementen:
Ontwerp deze illustraties:
Rode tenten (jongeren)
Groene tenten (rust)
Gele tenten (gezinnen)
Blauwe tenten (minder validen)
Campers
Bomen (3 soorten)
Ontwerp deze iconen:
Toilet (10x)
Douche (5x)
Kassa (5x)
Eten en drinken (10x)
Informatie-punt (3x)
EHBO (3x)
Gevonden voorwerpen (3x)
Oplaadpunt (10 x)
Zet de iconen minimaal het aantal keer dat tussen haakjes staat in de afbeelding. Je mag zelf weten waar.
Zet de iconen ook in de legenda met een tekst ernaast, zodat je kunt zien wat alles betekent.
Als laatste plaats je labels boven de verschillende podia en soorten kampeerterreinen.
Bekijk ook het onderstaande voorbeeld ter inspiratie:
Illustrator heeft een aantal tools om met perspectief te werken. De simpelste is gewoon een Transform / Distort tool, zoals je deze misschien ook kent van Photoshop. Maar Illustrator heeft ook een uitgebreide perspectief functie waarbij je je objecten in perspectief kunt plaatsen én tekenen.
Opacity is Engels voor dekking, oftewel het omgekeerde van transparantie. Een Opacity Mask is dus een ‘masker’ dat de mate van dekking (of transparantie) uitdrukt in zwart/wit. Zwart betekent dat je niets ziet (volledig transparant) en wit betekent dat je alles ziet (volledig dekkend). Dit werkt dus hetzelfde als maskers in Photoshop.
In de basis is Illustrator een programma voor vector tekeningen. Maar het programma biedt ook een aantal (beperkte) mogelijkheden om 3D effecten toe te passen op je vector tekeningen. In deze les gaan we hier eens in duiken.
Wanneer je een logo ontwerpt zijn er veel aspecten om rekening mee te houden, van ontwerp tot techniek. In deze opdracht maak je kennis met de belangrijkste technische eigenschappen van een logo en de juiste werkwijze bij het ontwerpen en opleveren.
De Paintbrush Tool (Penseel) is een van de oudste tools naast de Pen Tool. De Pen Tool werkt met Bézier-curves en dat geeft strakke curves, maar lijkt niet op tekenen zoals dat met de hand gaat. De Paintbrush lijkt wat dat betreft meer op tekenen: de lijn volgt gewoon de penseelpunt. Er zijn verschillende soorten brushes die je zelf kunt vormgeven. In deze les kijken we naar de zogenaamde Art Brush (Kunstpenseel).
De Width Tool (Breedte) kun je gebruiken om de lijndikte van een lijn te laten variëren. Met behulp van een soort ankerpunten kun je op verschillende plekken op een lijn een specifieke breedte instellen. Je kunt hiermee bijvoorbeeld mooie sierlijke ornamenten (versieringen) maken, of tekst in kalligrafisch script maken.
IntroOefening 1Oefening 2Theorie
Wanneer je met de Width Tool een pad aanklikt en de muis ingedrukt houdt, dan kun je door zijwaarts te slepen het pad op die plek een bepaalde dikte geven. Dit kun je op meerdere plekken op een lijn herhalen.
Door klik-sleep geef je een pad aan beide zijden een gelijke dikte
Wanneer je los laat tekent Illustrator het pad. Je kunt daarna de linker en rechterzijde nog individueel bewerken door Option/Alt ingedrukt te houden tijdens het slepen.
Met Option/Alt kun je één zijde afzonderlijk een waarde geven
Door met de Width Tool te dubbelklikken op een lijn krijg je een dialoogvenster waarin je een exacte waarde kan invoeren. Dit is handig voor oefening 2.
Laten we eens oefenen met het maken van een aantal verschillende lijnen met variaties in lijndikte.
De termen Clipping Path en Clipping Mask worden door elkaar gebruikt en betekenen min of meer hetzelfde. In het Nederlands wordt het een knipmasker genoemd. Het gaat hier om een vorm (een vector) die dient als clipping mask en dus andere objecten eronder toont of verbergt. De buitenste lijn van deze vorm heet het clipping path.
IntroOefening 1Oefening 2Oefening 3Theorie
In Illustrator is het maken van een clipping mask vrij simpel: je selecteert een aantal objecten en rechtsklik > Make clipping mask. Illustrator gebruikt nu het bovenste object van de selectie in het paneel Lagen om alle andere geselecteerde objecten mee te maskeren.
Een clipping mask verschijnt als een speciale groep lagen in het Lagen paneel: een Clipping Group. Dit betekent dat je de verschillende objecten nog kan bewerken, aangezien ze nog allemaal los aan te klikken zijn. Dat geldt ook voor de vorm van het clipping mask zelf.
Maar let op: er bestaat ook iets als een Masker in Illustrator en dat werkt anders. Dit wordt verder niet in deze les behandelt, maar bekijk de afbeelding hiernaast eens. Je ziet dat er geen masker aanwezig is in het paneel Transparency (Transparantie) wanneer de clip group is geselecteerd.
Laten we eens oefenen met het maken van een simpel Clipping Path. Je maakt een layout/ontwerpje van een aantal vormen en maskert deze af met een vorm die als ‘kader’ dient.
De vorm die je Clipping Mask maakt kun je nog bewerken. Je kunt deze bijvoorbeeld lijndikte geven of de achtergrondkleur veranderen. Deze achtergrond verschijnt achter de geclipte objecten.
Je kunt ook meerdere vormen gebruiken als clipping mask. Hiervoor moet je deze vormen wel eerst samenvoegen tot een Compound Path (Samengestelde Vorm). Dit is een object dat zich gedraagt als één vorm, maar wel meerdere vormen kan bevatten.
Door een compound path te dubbelklikken met de Selection Tool (zwarte pijl) kom je in isolation mode en kun je individuele shapes bewerken. Dubbelklik op een lege plek buiten het artboard om uit isolation mode te komen.
Ga verder met de Training Clipping Paths die je hebt gedownload bij oefening 1 en doe hiervan oefening 2.
Bekijk indien nodig de video “3 Illustrator Clipping Mask Uses You NEED TO KNOW” vanaf ongeveer 3’00 minuten. Let op: De stap Pathfinder > Unite (rond 3’45”) kun je overslaan.
Je moet bij deze oefening een foto van jezelf uitkiezen om te gebruiken als achtergrond. Let er goed op dat deze foto wordt ingesloten en niet gekoppeld. Wanneer de foto namelijk is gekoppeld aan de locatie van het bestand op jouw computer, dan zal de link breken wanneer je de oefening inlevert. Selecteer een foto en klik op de knop Embed of Insluiten (staat ergens bovenin beeld) om de foto toe te voegen aan het Illustrator bestand.
Je kunt ook tekst gebruiken als Clipping Path. Het zou een nadeel zijn als je de tekst daarvoor eerst tot een vector-shape moet omzetten, want dan is de tekst niet meer als tekst te bewerken.
We gebruiken daarom een andere techniek om tekst te gebruiken als Clipping Mask terwijl deze te bewerken blijft.
Ga verder met de Training Clipping Paths die je hebt gedownload bij oefening 1 en doe hiervan oefening 3.
Drawing modes
De makkelijkste manier is om gebruik te maken van de verschillende ‘drawing modes’ in Illustrator. Je vindt deze onderaan de toolbar. Het waren in oudere versies drie knopjes naast elkaar, nu is het één knop.
Copy je achtergrondplaatje naar het geheugen (CMD-C) en zet de drawing mode op Inside. Selecteer je tekst en paste (CMD-D). Nu wordt je achtergrond geclipt door de tekst, terwijl je de tekst nog kunt editen.