Een afbeelding bewerken om kleine foutjes te corrigeren of verbeteringen aan te brengen aan licht en kleur wordt retoucheren genoemd. Photoshop biedt een aantal retoucheer tools die dit vergemakkelijken.
In de workflow tussen beeldbronnen (zoals een camera of een scanner), editors (zoals photoshop) en weergave (zoals een beeldscherm of drukwerk) zijn drie dingen belangrijk:
Kleurbeheer: zorgt ervoor dat je origineel zo goed mogelijk wordt benaderd door de drukkerij (of beeldscherm).
Joboptions: stellen je workflow in voor specifieke toepassingen.
Programma-instellingen: versnellen je workflow en verkleinen de kans op fouten.
Win: [Harddisk]/Users/[gebruikersnaam]/AppData/Roaming /Adobe/Color/Settings LET OP! In sommige gevallen krijg je een foutmelding over schrijfrechten. In dit geval sla je de instelling tijdelijk op op je bureaublad en zet je deze via de Finder/Explorer in de juiste map. Daarna zou hij zichtbaar moeten zijn (bij stap 6).
Open Bridge en kies Edit > Color Settings. Indien nodig; vink onderin het venster aan “Expand list of color settings”
Selecteer in deze lijst ISO_Coated_v2_300%_(ICE)_Ma en klik Apply (deze stap werkt bij illegale software mogelijk niet).
Pak deze zip uit naar een map op een tijdelijke plek (bijvoorbeeld je Desktop).
Open InDesign en kies File > Adobe PDF Presets > Define…
Vind de uitgepakte map en laad één voor één de joboptions.
Nu gaan we dit testen:
Open een nieuw document in InDesign en kies File > Export…
Geef het bestand een naam en klik op Save.
Kies bij Adobe PDF Preset het gewenste profiel en klik Export.
Zoek het gemaakte PDF’je op op je computer en open deze. (Wanneer deze in Voorvertoning opent, selecteer dan de PDF en druk CMD-I. Klik ‘Open met’ en selecteer Acrobat Pro. Dit zorgt ervoor dat PDF’s altijd in Acrobat openen).
In Acrobat Pro klik je op Tools (linksboven).
Zoek de tool Print production (Afdrukproductie) en kies Add (Voeg toe) in het pull-down menuutje onder de tool. De tool verschijnt nu in je toolbar aan de rechterzijde. Sleep de tool hierin naar de bovenste plek zodat je er makkelijk bij kan.
Klik op Print production (Afdrukproductie).
Klik vervolgens op Output Preview (Uitvoervoorbeeld). Onder Simulation Profile zie je welk profiel deze PDF gebruikt.
Als je in InDesign zelf alineastijlen gaat maken start je met de [Basisalinea] stijl. Wanneer de basisinstellingen hier goed staan ingesteld dan voorkomt dat je dit later per stijl apart moet doen.
Woordafbreking
De standaard instelling is een Amerikaanse instelling. De Engelse taal heeft kortere woorden en teksten worden niet afgebroken. In het Nederlands en vele andere talen breken we woorden in zinnen wel af. Om te voorkomen dat dit ‘lukraak’ gebeurt neem je deze instellingen over. Je kan dit later altijd nog wijzigen als je ontwerp daarom vraagt.
Spatiëring
Om een rustiger tekstbeeld te krijgen plaatsen we de letters en woorden iets dichter bij elkaar.
Composer
De composer bepaalt wanneer een woord wordt afgebroken in een zin. De alinea composer wil alle regels even lang maken. Bij elke tekstwijziging worden alle regels herschikt. In links-lijnende Nederlandse teksten is dat niet mooi en ’t is vervelend als je correcties aan het doen bent. Door deze instelling te wijzigen naar Alinea composer enkele regel treedt dit verschijnsel niet op en ontstaat er een regelmatiger beeld in de kolom met links-lijnende tekst.
Stel InDesign op de juiste manier in.
Open InDesign en sluit alle openstaande bestanden.
Photoshop werkt met het concept ‘lagen’, waarmee het beeld in delen wordt opgebouwd. Met deze oefening raak je vertrouwd met het werken in lagen. Je gaat een tekening maken met verschillende objecten, ieder in een eigen laag.
Photoshop’s interface biedt een flexibele lay-out van paletten, die kunnen worden gekoppeld, gegroepeerd, verborgen of weergegeven. Je kan deze lay-outs opslaan als workspaces. Deze aangepaste indeling van gereedschappen en functies verbeterd de workflow van een specifieke taak.