Strips en cartoons

Duur: 1,5 uur

In deze les gaan we een cartoon tekenen. Het belangrijkste kenmerk van een cartoon is dat er een grap en/of een kritiek wordt laten zien. Het hoeft niet mooi te zijn om dit voor elkaar te krijgen. Het helpt natuurlijk wel om te overdrijven. Dus laten we daar beginnen: hoe teken je expressief?

IntroOefening 1Oefening 2

Presentatie: Strips en cartoons

Nodig voor deze les:
  • Papier (minimaal A4)
  • Potlood, balpen, viltstiften
Inleveren:

Zorg dat je naam op alle schetsen en tekeningen van beide oefeningen staat. Maak van alles goed belichte en scherpe foto’s. Lever de digitale bestanden in bij de docent.

Leerdoelen
  • Je kunt een emotie overdrijven in een tekening.
    • Je kunt de emotie benoemen
    • De emotie is zo expressief mogelijk getekend
    • De expressie is duidelijk, mooi of lelijk bestaat niet
    • De expressie draagt bij aan de boodschap in je tekening
  • Je houdt de tekening ‘simpel’, hou het haalbaar voor jezelf
    • Je rondt de tekening in de les af
Expressief tekenen

Duur: 30 minuten.

Teken de volgende gezichten zo extreem mogelijk:

  1. Vrolijk
  2. Geschrokken
  3. Boos
  4. Een eigen gekozen emotie (schrijf naast je tekening welke emotie je tekent)

Teken de volgende beelden (concentreer je op de uitdrukking van het gevoel, lichaamshouding werkt daarin mee):

  1. Een bang vogeltje
  2. Een gemeen kleutermeisje
  3. Een zelfgekozen emotie met personage
Teken een cartoon

Duur: 60 minuten

  1. Bedenk iets of iemand waar je een sterke mening over hebt
    • Bijvoorbeeld politiek: Trump, Kim Jong Un, Wilders, etc
    • Bijvoorbeeld sociaal: Vechthonden, bumperkleven, voordringen, etc
    • Bijvoorbeeld maatschappelijk: inkomensongelijkheid, zwarte-piet-discussie, belastingontwijking, religie, etc
  2. LET OP: probeer niet te beledigen, maar geef inhoudelijke kritiek
  3. Bedenk welke tools je kunt gebruiken:
    • Contrastwerking (lief-stout, slim-dom, eenvoudig-complex, etc.)
    • Expressie (overdrijving, houding, gezichtsuitdrukking)
    • Compositie (hiërarchie: wat krijgt als eerste de aandacht van het oog?)
  4. Teken eerst een schets in potlood
  5. Vraag feedback op je schets van de docent
  6. Maak eventueel correcties
  7. Trek je schets over met (zwarte) inkt en gum je potloodlijnen weg
  8. Kleur je tekening in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *